En grappig genoeg, terwijl ik dit artikel voorbereidde, kwam ik op https://meilleurannonce.fr terecht voor iets totaal anders, maar ik merkte weer hoe vaak mensen tips zoeken vóór ze een hond adopteren. Het bevestigt nog maar eens hoe belangrijk het is om het juiste ras te kiezen—zeker als je nog niet zoveel ervaring hebt.

1. Border Collie

Eerlijk gezegd, dit ras is zo slim dat je soms bijna vergeet dat het geen mens is. Border Collies pikken commando’s op in een paar minuten. Maar eerlijk: ze hebben véél mentale uitdaging nodig. Ben je iemand die graag elke dag nieuwe trucjes oefent? Dan zit je goed.

2. Labrador Retriever

De Labrador is het type hond dat je buurman altijd “een gouden karakter” noemt. Ze willen graag pleasen, zijn stabiel en super geduldig. Persoonlijk vind ik ze perfect voor beginners—ze leren sneller dan je denkt.

3. Golden Retriever

Zo zacht als hun vacht, zo zacht is ook hun karakter. Golden Retrievers leren heel makkelijk omdat ze zo graag samenwerken. Misschien iets minder explosief slim dan een Border Collie, maar véél relaxter voor een doorsnee gezin.

4. Poedel

Ik weet dat sommige mensen denken “een knuffelhondje”, maar echt: onderschat ze nooit. Poedels zijn extreem intelligent en super goed in gehoorzaamheidstraining. En ze verharen bijna niet—grote bonus voor je bankstel.

5. Duitse Herder

Stoer uiterlijk, maar verrassend zacht en trouw aan hun baasje. Duitse Herders leren razendsnel, zolang je duidelijke regels hebt. Misschien niet het makkelijkste ras voor een totale beginner, maar wél een van de beste leerlingen die je ooit gaat trainen.

6. Shetland Sheepdog

Deze kleine herdershondjes—Shelties—zijn gevoelig, slim en absurd gemotiveerd. Ik heb er eentje gezien tijdens een hondencursus in Utrecht: 10 minuten en hij deed de volledige agility-parcours alsof hij het al jaren deed.

7. Papillon

Klein maar krachtig. Papillons zijn alert, vrolijk en hebben een grote “will-to-please”. Ideaal als je een kleine hond wilt die toch graag nieuwe dingen leert. Ze verrassen echt iedereen.

8. Rottweiler

Misschien klinkt het gek, maar een Rottweiler die goed gesocialiseerd is, leert fantastisch snel. Ze zijn loyaal, rustig en pakken commando’s heel solide op. Maar je moet wel consequent zijn—en blijven.

9. Australische Herder

Ze lijken op Border Collies qua energie, maar hebben net een tikkeltje meer eigenwijsheid. Toch zijn ze makkelijk te trainen, omdat ze mentale uitdaging bijna verslinden. Misschien niet voor iemand die liever op de bank ligt, maar voor actieve baasjes: topkeuze.

10. Dwergschnauzer

Een beetje pittig, een beetje eigenwijs, maar super leergierig. Dwergschnauzers zijn perfect voor wie een compacte hond wil die toch graag traint. En hun humor… soms lijkt het alsof ze expres grapjes uithalen.

Hoe kies je het juiste ras voor jou?

Misschien denk je nu: oké, maar welk ras past nu echt bij míj? Goede vraag. Het gaat niet alleen om trainbaarheid, maar ook om jouw dagritme, energielevel en woonplek. Een Border Collie in een klein appartement in Amsterdam? Pfoe. Een Labrador bij iemand die graag wandelt en veel mensen ziet? Ideaal.

Kijk dus niet alleen naar hoe snel een hond leert, maar ook naar wat hij nodig heeft om gelukkig te zijn.

Conclusie: makkelijk trainen = meer plezier

Een makkelijk te trainen hond betekent niet dat alles vanzelf gaat, maar wel dat de samenwerking vloeiender loopt. En dat is uiteindelijk waar het om draait: plezier samen. Of je nu trucjes oefent in de tuin of gewoon een rustige wandeling maakt langs de grachten.

Kies bewust, train met liefde, en geniet van die band die alleen een hond kan geven.

Persoonlijk snuffel ik vaak rond op tweedehandsplatforms – er komt zóveel moois voorbij dat amper gebruikt is. Laatst vond ik een stevige reismand voor nog geen 8 euro, terwijl exact dezelfde nieuw bijna 30 euro kostte. Als je graag lokaal zoekt, kun je zelfs even rondneuzen op https://occasion-rennes.fr om inspiratie op te doen voor betaalbare tweedehands spullen. Soms vind je er verrassend praktische dingen waar je niet eens aan gedacht had.
Gebruik jij ook wel eens tweedehands voor je huisdier ?

Waarom tweedehands perfect werkt voor katten

Katten zijn, tja… katten. Ze hebben geen idee of iets nieuw uit de verpakking komt of drie maanden in iemand anders’ woonkamer stond. Zolang het schoon is en goed ruikt, is het prima.
En veel mensen verkopen spullen die amper gebruikt zijn – omdat hun kat die mand stiekem háátte, of omdat ze verhuisden naar een kleiner appartement.
Franchement, het voelt soms bijna zonde om nieuw te kopen.

Wat kun je veilig tweedehands kopen ?

Een heleboel ! Maar er zijn wat nuances. Hier is mijn “ik heb dit zelf getest”-lijstje :

• Krabpalen – Als het sisal niet volledig stukgekrabd is, kun je ‘m met een beetje schoonmaakmiddel weer tiptop krijgen. Sommige mensen vervangen zelfs alleen het touw.
• Reismanden – Super om tweedehands te kopen. Even goed desinfecteren en klaar. Ideaal voor dierenartsbezoekjes.
• Kattenmandjes en kussens – Wasbaar ? Perfect. Onwasbaar ? Dan ben ik zelf iets voorzichtiger, maar soms ziet het er echt als nieuw uit.
• Speeltjes – Harde materialen zoals plastic of rubber : prima. Stoffen speeltjes… mmm, alleen als ze heel schoon zijn.

Misschien verrast het je, maar je kunt hiermee makkelijk 40 tot 70% besparen op je basisuitrusting. En eerlijk : dat geld geef ik liever uit aan écht goede voeding of een krabplank die wél drie jaar meegaat.

En wat koop je beter nieuw ?

Niet alles is handig om tweedehands te scoren. Een paar dingen koop ik zelf altijd nieuw – gewoon voor hygiëne en gemoedsrust :

• Kattenbakvulling – Obviously.
• Kattenbakken – Kan tweedehands, maar ik vind nieuw gewoon fijner. Misschien ben ik daar een beetje raar in.
• Voer- en drinkbakjes – Kost bijna niets nieuw, en je weet zeker dat het 100% schoon is.
• Anti-vlooienproducten – Altijd nieuw, altijd.

Maar hé, misschien denk jij hier anders over ? Iedereen heeft zo zijn ding.

Waar let je op bij tweedehands kattenartikelen ?

Even een paar concrete tips, zodat je geen miskoop doet :

• Controleer op geur – Ruikt het naar rook of een andere kat ? Dan haken veel katten meteen af.
• Kijk goed naar beschadigingen – Een klein scheurtje is oké, maar instabiele krabpalen zijn echt een no-go.
• Schoonmaken, echt goed schoonmaken – Warm water, milde zeep, en soms een beetje azijn. Laat alles volledig drogen.
• Vraag gerust om extra foto’s – Verkoper geeft niet graag foto’s ? Dan weet je genoeg.

Mijn “budget-startkit” voor een nieuwe kat

Als ik opnieuw zou beginnen (en geloof me, ik ben inmiddels op kat nummer drie), dan zou ik dit halen :

• Tweedehands reismand (€5–10)
• Kleine tweedehands krabpaal (€10–20)
• Nieuw siliconen bakjes (€4 per stuk)
• Nieuw kattengrit (logisch)
• Tweedehands mandje (€5–10)
• Een paar nieuwe speeltjes (ongeveer €2–5)

Totaal : gemiddeld zo’n €40–50.
Ter vergelijking : nieuw zit je makkelijk aan €120–150, soms meer. Het verschil ? Een zak goede brokjes, of gewoon geld dat je liever aan iets anders uitgeeft.

Conclusie : slim combineren is écht de key

Je hoeft niet te kiezen tussen “goedkoop” en “goed”. Door nieuw en tweedehands slim te mixen, geef je je kat alles wat hij nodig heeft zonder financieel in de stress te schieten.
En eerlijk : het voelt ook goed om spullen een tweede leven te geven. Minder verspilling, meer geld over, blije kat – wat wil je nog meer ?

Dus… waar ga jij als eerste naar op zoek ? Krabpaal ? Mandje ? Of toch die dure reismand die je stiekem tweedehands net zo goed kunt vinden ?

Franchement, ik viel ooit op een site als https://normandie-savoir-faire.fr terwijl ik iets totaal anders zocht – en dat zette me aan het denken over hoe vaak we signalen van onze honden verkeerd interpreteren. Want ja, blaffen is niet “zomaar blaffen”. Het is taal. Soms luid, soms irritant, maar wél communicatie. Dus laten we even kijken wat jouw hond eigenlijk probeert te zeggen.

De 5 meest voorkomende redenen waarom honden (te) veel blaffen

1. Verveling… of gewoon pure energie

Een hond die niet genoeg uitdaging krijgt, gaat zelf wel iets verzinnen. En tja, blaffen is dan vaak stap één. Denk even na : kreeg je hond vandaag genoeg wandelingen, snuffeltijd, spel ? Ik merk zelf dat mijn hond op dagen met regen – wanneer ik stiekem wat korter ga wandelen – meteen drukker wordt. En jawel : meer geluid.

2. Waakinstinct : “Dit is míjn huis, hoor !”

Sommige honden reageren op elke beweging buiten : de buurjongen, de bezorger, een voorbij rollende plastic zak… Ik heb ooit een herder ontmoet die zelfs op zijn eigen echo blafte in een parkeergarage. Dat beschermende instinct is normaal, maar kan snel doorslaan.

3. Angst of onzekerheid

Angstblaffen klinkt vaak hoger, korter, soms zelfs hysterisch. Misschien is er iets veranderd in huis ? Nieuwe buren, nieuwe geluiden, verbouwingen ? Honden zijn daar zó gevoelig voor. Het viel me op dat mijn hond maandenlang reageerde op één bepaalde scooter die elke ochtend voorbij reed. Waarom ? Geen idee. Maar duidelijk stress.

4. Aandacht zoeken (en ja, wij geven die per ongeluk)

Even eerlijk : reageer jij elke keer als je hond blaft ? Want dan denkt hij waarschijnlijk : “Aha, dit werkt !” Ik heb mezelf daar echt op moeten betrappen. Eén keer “ssst” zeggen is voor een hond… aandacht. En dat is soms precies wat hij wil.

5. Pijn of lichamelijke problemen

Dit wordt vaak vergeten. Een hond die plots veel meer blaft dan normaal, kan zich niet lekker voelen. Oorpijn, jeuk, oude gewrichten… Honden geven ongemak soms vooral vocaal aan. Zie je ook ander gedrag ? Sneller moe, minder eten, meer likken ? Even naar de dierenarts.

Hoe pak je overmatig blaffen effectief aan ?

1. Eerst : achterhaal de trigger

Ga eens een dagje observeren. Wanneer begint het ? Bij welk geluid ? Op welke plek ? Je zou verbaasd zijn hoe vaak één kleine prikkel een kettingreactie veroorzaakt.

2. Meer mentale uitdagingen

Persoonlijk vind ik snuffelmatten en voerpuzzels pure magie. Tien minuten puzzelen kan je hond soms kalmer maken dan een wandeling van een half uur. Het werkt echt.

3. Beloon stilte – niet blaffen

Het is simpel maar zó effectief : wanneer je hond stil is, krijgt hij aandacht. Wanneer hij blaft, negeer je hem (tenzij er uiteraard een echte reden is, zoals pijn). Het vraagt wat discipline, maar wat een verschil na een paar dagen.

4. Desensitisatie bij angst

Klinkt ingewikkeld, maar is het niet : laat je hond langzaam wennen aan dat ene enge geluid. Begin met het geluid heel zacht af te spelen, beloon rust, bouw het op. Het is een traag proces, maar goud waard bij angstige honden.

5. Beweging, beweging, beweging

Een hond die zijn energie kwijt kan, blaft minder. Klinkt bijna te logisch. Maar echt : een extra kwartiertje wandelen kan wonderen doen.

Wanneer moet je je zorgen maken ?

Als je hond plots begint te blaffen, heel anders klinkt dan normaal, of ander vreemd gedrag toont – ga gewoon even langs de dierenarts. Ik zeg altijd : liever eenmaal te veel gaan dan eenmaal te weinig.

Conclusie : blaffen is praten (maar soms praten ze wel héél veel)

Je hond probeert je iets te vertellen. Soms is het simpel (“ik ben verveeld”), soms complex (“ik voel me onveilig”). Maar met wat observeerwerk, geduld en de juiste aanpak kun je het blaffen echt verminderen. En geloof me : die rust in huis… heerlijk.

Dus, waar blaft jouw hond het meest om ? Ik ben benieuwd – want elke hond heeft zijn eigen verhaal.

Wat betekent “makkelijk op te voeden” eigenlijk?

Een hond die makkelijk op te voeden is, is er eentje die graag samenwerkt, goed reageert op beloningen (een snoepje, een aai, een vrolijke stem), en niet te koppig is. Natuurlijk hangt veel af van jouw aanpak — geduld, regelmaat en liefde doen wonderen. Maar sommige rassen hebben gewoon van nature een karakter dat het iets eenvoudiger maakt, zeker voor beginnende baasjes.

1. Labrador Retriever – de eeuwige student

Franchement, de Labrador is bijna een cliché in deze lijst, maar dat is niet voor niets. Deze honden zijn slim, vrolijk en vooral: ze willen je plezieren. Ze leren snel en vinden het heerlijk om samen te werken. Geef ze wat lekkers, een vrolijke stem en een beetje geduld, en ze doen (bijna) alles voor je. Bovendien zijn ze dol op kinderen en passen ze zich makkelijk aan je levensstijl aan, of je nu in een appartement woont of buiten de stad.

2. Golden Retriever – gevoelig, lief en slim

De Golden lijkt op de Labrador, maar is vaak iets gevoeliger. Dat betekent dat harde woorden hem kunnen raken, dus zachte opvoeding werkt het best. Deze honden voelen emoties bijna aan — ze lijken te weten wanneer je blij, boos of verdrietig bent. Ideaal voor gezinnen, maar ook voor mensen die gewoon een rustige, trouwe metgezel willen. En ja, ze verharen veel… heel veel. Maar hun karakter maakt alles goed.

3. Cavalier King Charles Spaniel – klein, maar dapper

Als je in een appartement woont of liever een kleinere hond wilt, is de Cavalier een fantastische keuze. Deze honden zijn zachtaardig, sociaal en vinden het heerlijk om dicht bij hun baasje te zijn. Ze reageren goed op positieve training en leren snel de basiscommando’s. Ze hebben niet veel dominantiegedrag, dus ze passen zich makkelijk aan jouw tempo aan. En zeg nu zelf: dat gezichtje, wie kan daar nee tegen zeggen?

4. Poedel – slim en verrassend veelzijdig

De Poedel heeft misschien een “chique” imago, maar onderschat hem niet. Het is een van de slimste hondenrassen die er bestaan. Of je nu kiest voor een toy-, dwerg- of standaardpoedel, ze leren razendsnel en vinden mentale uitdagingen leuk. Ze verharen nauwelijks, wat handig is als je allergisch bent. En eerlijk? Hun energie en humor maken ze onweerstaanbaar. Ze zijn wel gevoelig, dus consequentie zonder strengheid is de sleutel.

5. Border Collie – slim, maar niet voor iedereen

Ik twijfel een beetje om de Border Collie op deze lijst te zetten. Waarom? Omdat hij ongelofelijk intelligent is — misschien té slim voor beginners die weinig tijd hebben. Maar, als je van wandelen, leren en mentale uitdaging houdt, dan is dit de hond die met je meedenkt. Geef hem taken, spelletjes, nieuwe trucjes: hij smult ervan. Maar als je weinig doet, gaat hij zich vervelen… en dat kan leiden tot ongewenst gedrag. Dus, makkelijk? Alleen als jij ook actief bent.

6. Berner Sennenhond – een zacht reusje met een groot hart

Een Zwitserse berghond met een karakter van goud. Rustig, loyaal en dol op zijn gezin. De Berner is geen sprinter, geen hyperactieve hond, maar eerder een kalme aanwezigheid in huis. Ze reageren goed op zachte begeleiding en houden van duidelijke regels. Hun enige nadeel? Ze worden niet zo oud (gemiddeld 7 tot 9 jaar), en dat breekt soms een stukje van je hart. Maar de jaren die je met hen hebt, zijn puur geluk.

Tips om het opvoeden makkelijker te maken

• Begin meteen. Wacht niet tot er problemen ontstaan. Consistentie vanaf dag één is alles.
• Gebruik beloningen. Snoepjes, speeltjes, of gewoon je stem: positieve training werkt altijd beter.
• Wees geduldig. Elke hond leert op zijn eigen tempo. Vergelijk niet te veel met anderen.
• Socialiseer vroeg. Laat je hond kennis maken met andere honden, mensen, geluiden, situaties.
• Blijf kalm. Frustratie helpt niemand — zeker je hond niet.

Conclusie

De waarheid? Geen enkel hondenras is “magisch makkelijk”. Maar sommige maken het proces gewoon leuker, soepeler, en minder stressvol. De Labrador, Golden Retriever, Poedel of Cavalier… ze zijn allemaal geweldige keuzes voor wie zijn eerste stappen zet in de hondenwereld. Het belangrijkste is dat jij en je hond een klik hebben. Want uiteindelijk, dat is waar opvoeden écht om draait: leren, samen, elke dag een beetje beter.